maandag 18 juni 2007
Grand Prix intermarché a Gerardmer (klimkoers FFC)
Ondanks dat ik niet geheel fit ben heb ik deze wedstrijd voor de tweede keer kunnen winnen.Op de eerste klim, de col de Feignes, ben ik voorin mee naar omhoog gereden, zat toen al snel aan de 185 slagen. En dacht toen als dat maar goed komt. Hierna daalde we af naar Cornimont waar een klim wachtte van 5 km met een gemiddelde stijging van 7%. Net als vorig jaar was het plan om hier de koers te maken. Er was inmiddels al een groep weggereden van ongeveer 8 man. Vanaf de voet van de klim ben ik tempo gaan maken tot een hartslag van 192, dat ging goed maar ik merkte wel dat mijn hartslag sneller dan normaal omhoog ging. 1 kilometer voor de top haalde ik de kopgroep in, er was toen niemand meer die mijn wiel kon volgen. Ik ben toen in mijn eigen tempo door gereden om als eerste boven te komen, de premie te pakken en rustig wat te kunnen eten. Later in de afdaling sloot de voormalige kopgroep weer aan. Voor we aan de volgende col begonnen, waren er alweer twee man weggereden uit onze groep die toch al weer 1 minuut hadden gepakt. Op de daarop volgende klim ben ik weer met hartslag 190 195 naar boven gereden met nog 1 persoon in het wiel. 100 meter voor de top haalde ik de koplopers weer bij en kon nog net de premie bovenop pakken. In de laatste 30 kilometer naar de streep met vier man goed kunnen draaien en onze voorsprong op de achtervolgers kunnen behouden. 6 kilometer voor de slotklim van 3 kilometer gemiddeld 8% demarreerde telkens (5 a 6 keer) een persoon die kennelijk niet met ons aan de klim wilde beginnen. Dit was niet prettig om telkens diep in het rood te moeten gaan om hem weer terug te halen. Aan de voet van de klim sprong direct een andere renner weg en ging vol naar boven, het eerste stuk hiervan is ongeveer 10%. Ik kon hem achterhalen en voorbij gaan al reed ik toen al wel in de 200 slagen. Langzaam sloeg ik toch een gat en kwam ik met 20 seconde voorsprong aan.
donderdag 14 juni 2007
Le Trois Ballons
De venijnige beklimmingen van de Vogezen zijn het decor van de Trois Ballons. De bekendste cols zijn natuurlijk de Ballon de Servance, de Grand Ballons en de Ballon d’Alsace. Maar in deze 205 kilometer lange cyclo moet er meer worden geklommen. Voor Michel Snel een thuiswedstrijd.
Michel: ‘Na de start werd er meteen lekker doorgereden naar de Servance. De latere winnaar, Florian Morizot, (van Team Auber 93 pro continental team) bepaalde het tempo. Alleen Oege en ik konde hem volgen en kwamen met een kleine voorsprong op de top.’
Oege: ‘De afdaling was gevaarlijk omdat het wegdek net was gerepareerd, waardoor er allemaal stroken met losse steentjes lagen. We daalden heel voorzichtig af, waardoor er weer mensen konden aansluiten, en de kopgroep aanzwelde tot een man of tien. Op de daarop volgende klimmetjes werd goed tempo gereden, maar niet gekoerst, zodat de meesten konden volgen. De koers ontplofte op de één na laatste klim, de Ballon d'Alsace. Hier nam Morizot weer het initiatief. Alleen Michel en een Zwitser konden volgen. Ik en Alan namen met nog twee man plaats in de tweede groep van vier man.’
Pas op de Ballon d’Alsace, de laatste grote beklimming van de dag met de top op zo’n 40 kilometer van de meet, ontbrandde de koers echt. Het tempo werd opgeschroefd en er volgden enkele felle demarrages. De kopgroep werd in vele stukken uit elkaar geslagen. Michel kon zich handhaven in de kop en viel zelfs nog een paar keer aan. Alan loste en ook Oege moest passen.
Oege: Tussen de Alsace en de slotklim kreeg ik een inzinking en moest ik de drie man laten gaan. Ik nam snel een Enervit gel en wat drinken en mijn moraal daalde bijna tot het nulpunt. Ik ga afstappen bij de auto (die we een kleine 10 km voor de slotklim hadden neergezet) ging er door me heen. Die slotklim kom ik nooit meer op. De gedachte aan afstappen is tijdens een cyclo nog nooit in me opgekomen, dus ik hoef denk ik niet verder uit te wijden hoe ik me op dat moment voelde..... Op onverklaarbare wijze begon ik me, naarmate ik dichter bij de slotklim kwam, langzaam maar zeker weer wat beter te voelen. Toen ik langs onze geparkeerde auto fietste, had ik net genoeg moraal verzameld om niet af te stappen.’
Michel: ‘Op de Ballon d'Alsace heb ik ook nog geprobeerd om een 2-tal kilometers vol gas te geven om te kijken of de andere twee vluchter mee konden, die bleven helaas in mijn wiel. Boven op de Ballon hadden wij een voorsprong van ongeveer 1 min 30. In de overbrugging van ongeveer 40 kilometer naar de Planche waren ik en Florinan nog over. Op de moordende slotklim van 5 kilometer kon ik hem niet bij blijven en werd ik op ongeveer 1 min 47 tweede.’
Alan: ‘Ik ben nog nooit zo steendood geweest… echt, nog nooit zo diep gegaan. Het was wel geweldig hoor,.. met drie Veltec-renners in de kopgroep. Op de Ballons d’Alsace, de laatste grote klim demarreerde Michel. Oege en ik zijn samen afgedaald en hebben toen wel tempo gereden om niemand meer terug te laten komen van achteruit het veld, maar niet zo hard dat we Michel terug zouden rijden. Uiteindelijk viel ook ons groepje toch uit elkaar.
Oege: ‘In de laatste kilometer voor aanvang van de klim kreeg mijn moraal nog een extra opkikker, toen ik nog "lijkje" kon oprapen die kennelijk ook was gelost uit de groep van Alan. Godzijdank, ik ben dus niet de enige die het moeilijk heeft! De slotklim is een kwestie van overleven. Het is een klim met enkele kilometers boven de 10% gemiddeld die, zeker na 200 km in het zadel, gegarandeerd loodzwaar is. Op weg naar de laatste haarspeldbocht zie ik tot mijn grote verbazing Alan voor me rijden, moreel bijgestaan door Anita. (Anita, Michel's vrouw, heeft onze bevoorrading verzorgd op de motor). Op 1100 meter voor de streep rijd ik Alan voorbij. Ook hij probeert de laatste restjes kracht uit zijn lichaam te persen. Aan de finish zie ik Michel staan. Hij vertelt tweede te zijn geworden, met een beetje een dubbel gevoel. Verslagen door een prof.’
Michel: ‘Na de start werd er meteen lekker doorgereden naar de Servance. De latere winnaar, Florian Morizot, (van Team Auber 93 pro continental team) bepaalde het tempo. Alleen Oege en ik konde hem volgen en kwamen met een kleine voorsprong op de top.’
Oege: ‘De afdaling was gevaarlijk omdat het wegdek net was gerepareerd, waardoor er allemaal stroken met losse steentjes lagen. We daalden heel voorzichtig af, waardoor er weer mensen konden aansluiten, en de kopgroep aanzwelde tot een man of tien. Op de daarop volgende klimmetjes werd goed tempo gereden, maar niet gekoerst, zodat de meesten konden volgen. De koers ontplofte op de één na laatste klim, de Ballon d'Alsace. Hier nam Morizot weer het initiatief. Alleen Michel en een Zwitser konden volgen. Ik en Alan namen met nog twee man plaats in de tweede groep van vier man.’
Pas op de Ballon d’Alsace, de laatste grote beklimming van de dag met de top op zo’n 40 kilometer van de meet, ontbrandde de koers echt. Het tempo werd opgeschroefd en er volgden enkele felle demarrages. De kopgroep werd in vele stukken uit elkaar geslagen. Michel kon zich handhaven in de kop en viel zelfs nog een paar keer aan. Alan loste en ook Oege moest passen.
Oege: Tussen de Alsace en de slotklim kreeg ik een inzinking en moest ik de drie man laten gaan. Ik nam snel een Enervit gel en wat drinken en mijn moraal daalde bijna tot het nulpunt. Ik ga afstappen bij de auto (die we een kleine 10 km voor de slotklim hadden neergezet) ging er door me heen. Die slotklim kom ik nooit meer op. De gedachte aan afstappen is tijdens een cyclo nog nooit in me opgekomen, dus ik hoef denk ik niet verder uit te wijden hoe ik me op dat moment voelde..... Op onverklaarbare wijze begon ik me, naarmate ik dichter bij de slotklim kwam, langzaam maar zeker weer wat beter te voelen. Toen ik langs onze geparkeerde auto fietste, had ik net genoeg moraal verzameld om niet af te stappen.’
Michel: ‘Op de Ballon d'Alsace heb ik ook nog geprobeerd om een 2-tal kilometers vol gas te geven om te kijken of de andere twee vluchter mee konden, die bleven helaas in mijn wiel. Boven op de Ballon hadden wij een voorsprong van ongeveer 1 min 30. In de overbrugging van ongeveer 40 kilometer naar de Planche waren ik en Florinan nog over. Op de moordende slotklim van 5 kilometer kon ik hem niet bij blijven en werd ik op ongeveer 1 min 47 tweede.’
Alan: ‘Ik ben nog nooit zo steendood geweest… echt, nog nooit zo diep gegaan. Het was wel geweldig hoor,.. met drie Veltec-renners in de kopgroep. Op de Ballons d’Alsace, de laatste grote klim demarreerde Michel. Oege en ik zijn samen afgedaald en hebben toen wel tempo gereden om niemand meer terug te laten komen van achteruit het veld, maar niet zo hard dat we Michel terug zouden rijden. Uiteindelijk viel ook ons groepje toch uit elkaar.
Oege: ‘In de laatste kilometer voor aanvang van de klim kreeg mijn moraal nog een extra opkikker, toen ik nog "lijkje" kon oprapen die kennelijk ook was gelost uit de groep van Alan. Godzijdank, ik ben dus niet de enige die het moeilijk heeft! De slotklim is een kwestie van overleven. Het is een klim met enkele kilometers boven de 10% gemiddeld die, zeker na 200 km in het zadel, gegarandeerd loodzwaar is. Op weg naar de laatste haarspeldbocht zie ik tot mijn grote verbazing Alan voor me rijden, moreel bijgestaan door Anita. (Anita, Michel's vrouw, heeft onze bevoorrading verzorgd op de motor). Op 1100 meter voor de streep rijd ik Alan voorbij. Ook hij probeert de laatste restjes kracht uit zijn lichaam te persen. Aan de finish zie ik Michel staan. Hij vertelt tweede te zijn geworden, met een beetje een dubbel gevoel. Verslagen door een prof.’
Abonneren op:
Posts (Atom)